Berenloop "wordt barre tocht"
Berenloop 2016 door Luuk Dijkhuis
Berenloop wordt barre tocht
Eindelijk is het zover. Ik vind het altijd leuk wanneer D-day aanbreekt. De dag waarop de training en het plan samensmelt tot een resultaat ‘I love it when a plan comes together’. Ik heb het over de dag van de marathon, de Berenloop, 42,195km. Getrainde lopers kunnen de kortere afstanden bij wijze van spreken vanaf de bank of ‘uit stand’ ondernemen. Dit is niet een benadering die op gaat voor de marathon. Helemaal niet voor deelnemers die hun PR willen verbeteren (3.14uur moet 3.05uur worden). Alles moet kloppen en meezitten. Richttijd van 3 uur 5 minuten wel te verstaan. De herinneringen aan 2015 waren top. Rustig weg, eigen tempo, elke post drinken en een mooi PR als resultaat. Dat smaakt naar meer. Het liep anders, althans, ik liep anders. Het klopte niet en het zat dus ook niet mee. Actie is reactie.
Zaterdagavond alles voorbereid: sporttas, gelletjes (7 stuks, start, 5k, 10k, enz. tot 30k), loopkleding, bidons, bananen. Niet te vergeten de warme kleding voor na de tijd. Zondagochtend half zeven gaat de wekker. Snel een koude douche, brrr lekker fris. Havermout met banaan en veel drinken. Nog snel alles checken, horloge, kleding, gel. Kusjes, high fives van vrouw en kinderen en weg rijden we met Richard, Gerben en Donald naar Harlingen. Op de boot sluiten Jan en Remco aan. Gerben en Jan lopen de hele, Remco gaat voor 21k onder de 1.30uur. Richard en Donald zijn vandaag met Roelof H. in het fotografie,- en ondersteuningsteam, de boog kan niet altijd gespannen zijn. Tafeltje voor 6 personen a.u.b.? De boot zit vol. Vol met lopers en aanhang. Man wat een gezelligheid. De tijd vliegt met zoveel bekenden aan boord. Na bijna 6 jaar Loopgroep ken je heel wat mensen uit het wereldje. Zo ook Jan Albert Venema. Hij wilde het rustig aan doen richting 2.58uur i.v.m. herstel van een armbreuk of zo. Enfin, ik stelde voor om bij hem aan te haken.
Zo gezegd zo gedaan. De scheepshoorn geeft het signaal voor de wedstijdlopers. De recreanten starten daarachter. Ik start vooraan in het laatste vak in een 3,55min tempo om aansluiting te krijgen bij het beoogde groepje. Voor alle duidelijkheid worden de recreanten losgelaten nadat alle wedstrijdlopers de start gepasseerd zijn. Er moet dus eerst een gaatje worden dichtgelopen om vervolgens aan te haken bij een groep met hoger niveau, weg plan, weg voorbereiding. Wie optimisme van realisme kan onderscheiden is tot mooie dingen instaat. De eerste kilometer voert door het dorp, de tweede langs de kade, na drie kilometer had ik toch al bij het groepje willen zijn. ‘Ik ben er’ riep de optimist. ‘Dan gaan we nu even rustig aan’ was het antwoord 4,17min. Oei 1e drinkpost gemist. Doorkomst 5km in 20 minuten.
In het dorp en een groot deel van de route wordt je aangemoedigd ‘kom op’, ‘nog maar 32 kilometer’, ‘het ziet er nog fris uit’, ‘goed zo’, enzovoort. Het mooie aan de Berenloop is dat je de eerste 15-16 kilometer de wind vol in de rug hebt. Heerlijk. Doorkomst 10km in 41 minuten. Het gaat heerlijk. Daarna kantelt het karakter van de wedstrijd volledig. Vlak wordt oneffen, rugwind wordt zij-en-tegenwind. De 2e helft dient zich aan. Bij drinkpost 20k rende ik even voor de groep uit om mijn geprepareerde flesje te pakken. Op de boot had ik 6 flesjes voorbereid die door de wedstrijdleiding langs de kant zijn gezet. De mijne stond er niet bij. De groep rende verder, ik niet, opeens vanuit het niets stond ik stil. ‘Luuk kom’, roept het groepje. Luuk komt niet, Luuk stond geparkeerd. Nog één poging dan. Volledig volgelopen bovenbenen. 21km in 1:28uur. Uitstappen, ja, nee, eerst maar rustig aan en naar de 25km verzorgingspost zien te lopen. Voorafgaand aan het 25km punt (1:47uur) een stevig klimmetje, gel, drinken en rustig verder. Het gaat zo gek nog niet. Doorgaan, rustig aan. Wel wordt ik ingehaald door lopers die ik de eerste 3 kilometer voorbij stoof. 1e vrouw, 2e vrouw, vele mannen volgen. Auw auw, wat doen die benen verrekte zeer. 26 kilometer, 27 kilometer, 28 kilometer, huh? Weer 27 kilometer. Aarrg, laat het gaan, rustig aan. Naar het strand.
Oeff wat ver is het nog. Snel aan iets anders denken. 30km in 2:11uur. Kijk als ik me aan het originele plan gehouden had, was ik nu zonder pijn of iets van die geest, in het zelfde tempo beland waar ik nu was. Eindelijk, eindelijk daar is het strand. De wind bezorgd me nu tranen in de ogen. Hoe tergend langzaam gaan die kilometers wanneer een mens het zwaar heeft. Kijk daar staat Richard, even lachen voor de foto. Ik wordt aangemoedigd door Roelof, hij weet wat ik weet. Wie zijn vingers brandt moet op de blaren zitten. Strompelend het strand af naar de verzorging. Een halve beker cola, meer wil ik niet.
De Longway, de laatste zeven kilometer. Als je hier energie over hebt kun je er een mooie wedstrijd van maken, glooiend vals plat. Zo heb ik hier in 2015 vele lopers ingehaald. Werd ik 14e in mijn leeftijdsklasse overall. Heerlijk. Zo jammer om niet te kunnen genieten op het moment dat het er toe doet. Maanden van voorbereiding in duigen gevallen. Gezamenlijke trainen met de jongens, met Mark op zaterdagochtend en veel solo om vervolgens drie uur te voren het plan aanpassen naar een hoger niveau. Nooit doen, kan ik u vertellen. Het laatste stuk wilde ik weer gaan wandelen (3x gewandeld deze wedstrijd), komt er een knaap langs die me er doorheen gesleept heeft, doorgaan, doorgaan, doorgaan. De speaker in de verte is nu heel dichtbij. Tranen in de ogen, nu niet van de wind. Wanneer de rode loper zich aandient gaat de Buff af. Zelfs een eindsprint zit er niet meer in. Sommige lessen worden alleen begrepen na streng onderricht of pijnlijke ervaringen. Zo ook de editie uit 2016. Jan Albert schud me de hand, ‘gegokt en verloren’. Bleek en wankel reikt Remco me twee bekers water aan. Van de EHBO krijgt hij het verzoek om vooral even bij me te blijven. Kom kom, zo erg is het toch niet? In de hal krijg ik mijn compressie kousen niet uit. Gelukkig is er hulp en ben ik niet de enige sukkel die moeite heeft om de douche geheel ontkleed te bereiken. 3:20uur is geen gekke tijd. Sterker nog, het is mijn 2e tijd ooit, maar een feestje is het even niet. Gezellig is het wel, het herstel volgt snel en na een gezamenlijk diner in het pannenkoeken restaurant ben ik weer het heertje. Op de boot naar huis begint de dag zijn tol te eisen. Ik val haast om van vermoeidheid. In de auto nog even resumé, taxatiefout in het begin en niet teruggeschakeld toen het nog kon. Wel weer een streepje er bij en een mooi loopshirt als herinnering. Dank aan het verzorgingsteam, Richard, Donald, Roelof en Remco. Volgend jaar revanche op mezelf!
Kan ik het nog?
De Berenloop zorgt ervoor dat ik een aantal dagen achteruit de trap af moest lopen. Na één week herstel toch maar weer de loopschoenen aangetrokken om op 13 november de benen te testen. Wielentrail, 13k. Een cross of veldloop net zoals u het wilt noemen. Dwars door het gebied van de Kleine Wielen. Organisatie, Lionitas. De halve Loopgroep is aanwezig, gezellig met zijn allen in de kantine van de camping, buiten is het koud binnen staat de damp op de ramen. Op de start is het gemoedelijk, zoals altijd bij trails. Geen gekheid of spanning die we van een wegwedstrijd kennen. Het start signaal klinkt. De eerste kilometers valt vooral op dat ik buiten adem ben. Het tempo is 4,17min. Even een tandje terug, daarna gaat het wel. De route is uitgezet door een andere ultratrailer Rob Kelder. Het pad is goed begaanbaar. Ik heb hier met Donald en Richard heel vaak gelopen. Ook het gebied naast het spoor wordt nog even aangedaan, heuvel op, heuvel af. Ik kan zowaar versnellen. Op kilometer 8 nog maar 5k te gaan. Ik weet hoeveel pijn ik verdragen kan en na 10 kilometer duiken we de Kleine Wielen weer in. Nu doorgaan, de benen lopen langzaam aan weer vol, nog niet helemaal hersteld van vorig weekend. Het laatste stukje is dikke blubber. Hier valt menigeen stil. Op een trail neem ik korte kleine pasjes en een hoog been tempo. De blik is dichtbij en richt zich op oneffenheden in het terrein. De pijn in de benen is terug. 6e Plaats 58,02 was het hoogst haalbare. Belangrijker is dat er genoten is, dat de benen het tempo al konden volhouden. Nu een soepje en gezellig napraten.
Luuk Dijkhuis